Onze school heeft een nieuwe directeur. Haar naam is Kristien Van der Smissen en het is met veel genoegen dat we u de opvolger van meneer Heyman voorstellen. Wie een beetje vertrouwd is met onze school, kent mevrouw Van der Smissen al als de bevlogen leerkracht Nederlands die haar leerlingen voortdurend het beste van hun Nederlandstalige zelf deed geven. Een kennismaking.
Welke opleiding heeft u genoten?
“Ik heb aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool, nu Lessius, vertaler gestudeerd: Nederlands, Italiaans en Duits. Ik ben dan aan de KVH assistente geworden en daarnaast werkte ik als technisch vertaler. ISO 9002 handleidingen in de drie landstalen vertalen en zo. Ik vond dat leuk, maar ik miste iets. Vertaler zijn, moet u weten, is een eenzame job.”
Wanneer schakelde u om?
“De aanleiding was vrij banaal.” Mevrouw Van der Smissen lacht. “Ik kreeg een virus op mijn computer waar ik maar niet vanaf geraakte, en toen besloot ik om het over een andere boeg te gooien. Ik ben toen beginnen solliciteren en hier in Hoboken terechtgekomen. Hoewel het allemaal nieuw voor mij was, was er een onmiddellijke klik. Ik voelde mij hier direct thuis. Dat hoor je wel vaker van nieuwe leerkrachten, er hangt bij ons een zeer warme sfeer.”
Mist u het lesgeven?
“Ik heb nog niet echt tijd gehad het te missen. In zekere zin beschouw ik mezelf nog altijd een beetje leerkracht en omdat ik ook vakgroepverantwoordelijke was, blijf ik de mails die binnenkomen naar mijn collega’s doorsturen.”
Schrikt het harde werk u niet af?
“Er komt ontzettend veel op me af, maar ik ben omringd door een uitstekende ploeg. En een aantal verantwoordelijkheden die mijn voorganger droeg, zoals voorzitter van diverse raden waar hij zijn jarenlange ervaring als directeur in de schaal kon leggen, heb ik gewoon niet omdat ik nog niet over de nodige ervaring beschik. Dus voorlopig valt het nog mee. Ik werk uiteraard wel meer dan toen ik nog leerkracht was. Maar ik was toen ook al constant in de weer hoor. Een dag heeft maar 24 uur.”
Welke ambities heeft u als directeur?
“Ik wil het graag aangenaam maken voor iedereen. Voor de leerkrachten én voor de leerlingen. Lesgeven moet je op een plezierige en aangename manier kunnen doen. Dat is, gezien de coronamaatregelen, niet zo gemakkelijk, maar we doen wat we kunnen. Zo hebben we buiten een koffiebar ingericht waar leerkrachten toch ongedwongen met elkaar kunnen praten. En omdat het buiten is, kan dat zonder mondmasker.”
Welke persoonlijke accenten zou u willen leggen?
“Wij zijn een school met een lange traditie. Onze school werd opgericht in 1947. Wij kunnen dus bogen op een lange en succesvolle geschiedenis. Toch is het noodzakelijk met onze tijd mee te gaan. Ik voel een zeer sterke behoefte om ons imago op te frissen. Ook op uiterlijk vlak. De lokalen waar wij ouders en bezoekers ontvangen, moeten een dynamisme uitstralen dat er nu niet is. Dat zal gaan van zelfgemaakte houten kroonluchters tot 3D geprinte vazen. Alles eigen maak uiteraard. We zijn hier bezig met cutting edge technologie én we hebben een zekere grandeur. De wereld moet dat weten.” Lacht.
Voor welke uitdaging staat het onderwijs?
“De onderwijshervormingen van de tweede en derde graad staan voor de deur. Die hervorming heeft de eerste graad nu al doorgemaakt. Maar er is natuurlijk ook de coronacrisis. Ik hoop dat we daar nog sterker uitkomen. Een van de opportuniteiten – corona brengt niet enkel kwel – is dat de digitalisering van het onderwijs, die sowieso deel uitmaakt van de toekomst, in een stroomversnelling gekomen is. Dat is een positieve zaak.”
Zijn wij daar op voorbereid?
“Ja natuurlijk,” knikt Van der Smissen zelfverzekerd. “Hoewel ik er niet van overtuigd ben, dat die hervormingen voor onze leerlingen helemaal de juiste richting ingaan. Het verminderen van de praktijkuren zien wij toch met lede ogen aan. Ik vrees dat dat geen goede zaak is voor ons publiek. We zullen zien, maar we zijn ongerust.”
In welke mate kunnen wij als school bijdragen tot het groene gedachtegoed?
“Ik denk dat we daar zeker inspanningen kunnen leveren. Het past in mijn visie om van onze school een fraaiere en aangenamere plek te maken. Groener hoort daar zeker bij. Collega’s komen ook met hun ideeën naar mij. Iemand opperde om bomen aan te planten langs de randen van de voetbalpleinen. En iemand anders wil een moestuin aanleggen waar nu onze buitenste paplaurieren hagen zijn. Moestuinen waar leerkrachten samen met leerlingen en buurtbewoners op kunnen werken. We moeten zien wat daar mogelijk is.”
Hoe voelt het als vrouw aan het hoofd van een mannenbastion? Geeft u daar een vrouwelijke toets aan?
“Haha. Dat moet u eigenlijk aan mijn collega’s vragen. Ik heb daar eerlijk gezegd zelf geen zicht op.”
Hoe kan je als taalleerkracht de voeling met de praktijk bewerkstelligen?
“Dat vind ik eigenlijk niet zo moeilijk. Toen ik nog leerkracht Nederlands was, ging ik al met grote regelmaat in de ‘werkhuizen’ kijken wat de jongens en meisjes aan het maken waren. Ik wil echt weten waar onze leerlingen mee bezig zijn, en zij vinden het leuk dat leerkrachten algemene vakken komen kijken. Ik wil daar nog nauwer bij betrokken zijn.”
“Dank, mevrouw Van der Smissen, voor dit gesprek en veel succes!”