Onze school is een Don Bosco-school. Dat betekent dat wij een sterk pedagogisch project hebben waarin permanente aandacht voor gelijke onderwijskansen duidelijk aanwezig is. In ons pedagogisch project kiezen we – in het spoor van Don Bosco – doelbewust voor jongeren in het algemeen en voor arme en verwaarloosde jongeren in het bijzonder.
In Don Bosco’s tijd misten bepaalde jongeren in de streek rond Turijn opleiding en opvoeding. Het gebrek hieraan was volgens Don Bosco een fundamentele oorzaak van de negatieve spiraal waarin vele jongeren terecht kwamen, met heel wat maatschappelijke ellende tot gevolg.
Als we vandaag de dag rondkijken in onze school, dan vinden we deze jongeren ook nu gemakkelijk terug. Hoe dikwijls stellen we niet vast dat leerlingen die niet slagen of gedragsproblemen vertonen uit een sociaal-economisch zwak milieu komen?
Zoals Don Bosco willen we jongeren weerbaar maken tegen de negatieve krachten die hen bedreigen. Onze eerste zorg is dan ook dat niemand uit de boot valt.
Ook de eigenheid van jongeren stellen we graag centraal in onze pedagogische aanpak.
Voor het GOK-decreet stapte onze school in het project ‘scholen met bijzondere noden’. Een verderzetting van onze focus op de noden van jongeren via GOK-projecten was dan ook een logische volgende stap.
Onze school is zeer heterogeen samengesteld. Binnen deze samenstelling situeert zich een grote groep doelgroepleerlingen:
- taalzwakke leerlingen (anderstalige nieuwkomers, allochtone leerlingen die vaak enkel op school Nederlands praten/horen)
- leerlingen met een leerproblematiek (o.a. dyslectici, leerlingen met een
autismespectrumstoornis) - leerlingen die initieel niet voor het technisch/beroepsonderwijs kozen
- leerlingen uit een sociaal-economisch zwak milieu
Onze school is een grote school. Leerlingen die ondersteuning nodig hebben, zouden hierdoor gemakkelijk door de mazen van ons pedagogisch vangnet kunnen glippen. Om dit tegen te gaan proberen we de ondersteuning van zowel leerlingen als leerkrachten graadgebonden op te vangen. Aan het hoofd van elke graad staat een graadcoach (ter ondersteuning van de leerkrachten) en een studieleider (voor de begeleiding van leerlingen). De studieleider wordt in zijn dagelijks functioneren ondersteund door leerlingbegeleiders.
Het is deze kleinschalige aanpak in een groot geheel die ervoor zorgt dat ruimte wordt gecreëerd waar gelijke kansen kunnen groeien.
Onze school heeft binnen de zes GOK-thema’s gekozen voor :
- Taalvaardigheid
- Omgaan met diversiteit
Jongeren vandaag de dag zijn zeer mondig, maar daarom niet altijd even taalvaardig.
We willen de jongeren die ons toevertrouwd worden dan ook een stevige basis (opleiding) meegeven om voldoende kans te maken op de arbeidsmarkt.
Dit vereist een zekere kennis van andere uitdagende taalregisters zoals school-, instructie- en vaktaal. De kennis van deze taalregisters zal stelselmatig worden opgebouwd.
In het technisch onderwijs vormt het verwerken van grote stukken informatie een bijkomende uitdaging.Het correct verwerken van tekstuele, cijfermatige en digitale informatie in functie van de gekozen opleiding wordt een werkpunt voor de leerlingen in het beroepsonderwijs.
Taalsteun zal in eerste instantie aangeboden worden aan al onze leerlingen. Bijkomend zal er tijd en middelen geïnvesteerd worden in het in kaart brengen van specifieke taalproblemen en het remediëren van zeer taalzwakke leerlingen.
Onze school weerspiegelt de toenemende heterogeniteit binnen onze samenleving. Omgaan met diversiteit is dan ook een opdracht voor zowel leerlingen als onderwijzend personeel.
Door stil te staan bij onze kijk op elkaar, de maatschappij en de manier waarop we met al die verschillen omgaan, creëren we kansen om jongeren te vormen die:
- diversiteit aanvaarden als een normaal fenomeen
- openstaan voor andere culturen
- respectvol omgaan met elkaar
- bij dreigende problemen/conflicten kiezen voor dialoog
- flexibel zijn
Het onderwijzend personeel vragen we om vooral ‘breed’ te observeren en respect te hebben voor de eigenheid van elk van de ons toevertrouwde jongeren.
Naar de realisatie van onze doelen toe streven we ernaar om:
- zoveel mogelijk preventief op te treden.
zo breed mogelijk te werken, d.w.z. zo veel mogelijk leerlingen te bereiken.
te werken vanuit de (individuele) noden van onze leerlingen.
De aanscherping van de kennis van schoolgebonden taalregisters zal op verschillende niveaus gebeuren: via een posterproject in de eerste graad (school- en instructietaal) en via de verschillende vakken (vaktaal).
In het technisch onderwijs zullen de aangebrachte leesstrategieën de nodige ondersteuning bieden bij het verwerken van grote leerstofonderdelen.
In het beroepsonderwijs proberen we via vakgerelateerde schrijf- en leestaken de functionele taalvaardigheid op een hoger niveau te tillen.
Bijkomende ondersteunende maatregelen zijn de TONI-klas en het dyslexiebeleid.
Leerlingen zullen doorheen een schooljaar op verschillende tijdstippen geconfronteerd worden met diversiteit. Dit kan door gastsprekers en projectwerk.
Het onderwijzend personeel observeert ‘breed’ door niet alleen oog te hebben voor leerresultaten (met bijzondere aandacht voor leer- en onderwijsstijlen en de competenties van elke leerling individueel), maar tevens door te letten op houding en attitudes (via assistenties) en de verhoudingen tussen leerlingen onderling tijdens uitstappen e.a.
Vanuit de overtuiging dat het vaak weldoordachte kleine ingrepen zijn die heel wat verandering teweeg kunnen brengen, komt de realisatie van onze doelen grotendeels tot stand dankzij veel kleinschalige projecten.
Permanente, maar zinvolle nascholing en een goede vakgroepwerking zorgt voor de nodige ruggensteun.
Samenwerking is zeer belangrijk. Wij zijn ervan overtuigd dat GOK een zaak is van iedereen. Daarom trachten we zoveel mogelijk ‘partners’ bij het verhaal te betrekken : CLB, ouderraad, schoolraad, pedagogische raad, ICT-coördinatoren (ondersteuning), GOK-team (binnen onze school : héél breed!) en externen (pedagogische begeleiders, GOK-coördinatoren van andere scholen en ‘experten’).
Op een Don Bosco-school dragen wij ‘zorg’ voor al onze jongeren. Zorg en GOK zijn wat ons betreft dan ook onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Niet iedereen begint met ‘gelijke’ onderwijskansen, maar we kunnen wel werken aan het wegwerken van die ongelijkheid. We trachten dan ook om de onderwijskansen van elke jongere te ‘optimaliseren’.
Ook deze cyclus maken we werk van een grondige zelfevaluatie. We bevragen niet alleen het onderwijzend personeel, maar ook ouders en leerlingen. Vanuit deze zelfevaluatie willen we verdere actie ondernemen.